|
|
|
|
|
Betekenis kerstmis |
|
|
Deze tekst is afkomstig van de website Kinderen Webhotel.
Wanneer men kerst begon te vieren. Hoewel het misschien raar klinkt, moeten we eerst stellen dat kerstmis in de eerste periode van het christendom helemaal niet bestond. Er werd door de christenen die de eerste 200 jaar na Christus leefden geen kerst gevierd. Er was in die tijd niemand die zich bezig hield met ‘het kindje Jezus’ of de ‘geboortedag’ van Jezus. Het was niet eens de gewoonte om een verjaardag te vieren, alleen de Romeinen vierden verjaardagen. Voor christenen en Joden was het daardoor helemaal ondenkbaar om een dergelijk feest te vieren.
Naarmate de christenen zich meer en meer uitbreidde onder heidense volkeren, kwamen ook steeds meer heidense gebruiken binnen de leefwereld van de christenen. Romeinen die gewend waren hun verjaardag te vieren, stopten daar niet altijd mee nadat ze bekeerd waren tot het christendom.
In 221 na Christus opperde Julius Africanus (160 – 240) als eerste dat het goed zou zijn 25 dec. als gedenkdag in te stellen voor de geboorte van Jezus Christus. Julius Africanus was een belangrijk Romeins legerofficier. Julius was een vriend van koningen en keizers en bekeerd tot het christelijk geloof.
Omdat de Romeinen op 25 december al een feest vierden ter ere van hun god Mitras vond Julius het een goede 'tegenhanger'. Mogelijk heeft Julius niets verkeerds in de zin gehad omdat we moeten beseffen dat het vieren van een verjaardag voor een Romein een eerbetoon was aan de jarige. Niet zo zeer het idee om de geboorte van Jezus Christus te gedenken, maar vooral de dubieuze datum 25 december viel niet in goede aarde bij veel bisschoppen. Toch begon het idee om de geboorte van Jezus te vieren steeds meer zijn ingang te vinden in de toenmalige christelijke wereld.
De eerste keer dat er melding word gemaakt van een ‘kerstachtig’ feest is in Egypte. Clement van Alexandria beschrijft:
"Daar waren enkele ‘nieuwsgierige’ theologen, die niet alleen het jaar, maar ook de dag van Jezus geboorte hebben toegewezen. Zij plaatsten deze dag op 20 Mei in het achtentwintigste jaar van keizer Augustus". (Strom. , I, hoofdstuk 21)
Er werden fouten gemaakt door aan te nemen dat de Joodse maanden gelijk liepen met de Europese maanden. De eerste Joodse maand is 'Nisan' en begint in onze derde maand 'Maart'. Ze dachten, dat de 4e maand waarin zij meenden dat Christus geboren was, hetzelfde was als de 4e maand van hun eigen kalender. Anderen kwamen door een combinatie van dit soort rekenfouten uit op bijvoorbeeld 20 april.
In eerste instantie begon iedereen het ‘feest’ van de geboorte van Christus te vieren op de dagen die hen zelf goed uitkwamen. Rond het jaar 300 na Chr. begon er steeds meer strijd te komen over de te vieren datum van de geboorte van Jezus Christus. De bisschoppen bestookten elkaar over en weer met argumenten om de door hen gestelde datum algemeen te maken.
25 december. Viel samen met de al geldende feestdagen binnen het Romeinse rijk. 6 januari. Vooral in het oosten van de toen geldende wereld. Ook daar ging het om een reeds geldende feestdag.
De naar onze tijdrekening steeds verschuivende Joodse Chanukka viering. Dit feest wordt ook in onze decembermaand gevierd.
Doordat de christenen zich steeds verder afscheidden van hun joodse achtergrond verviel het Chanukka feest al snel. Onder druk van keizer Constantijn de Grote werd 25 december steeds populairder. In 312 na Chr. zag hij een visioen van een kruis en de woorden: ‘in hoc signo vinces’, wat betekent: ‘door dit teken zult gij overwinnen’. De bekering van Constantijn betekende dat de christenen voor het eerst in meer dan 300 jaar niet meer vervolgd werden of als 2e rangs burger beschouwd.
Omdat men eenheid wilde en onderwerping aan het pauselijk gezag, besloot Paus Liberius in 354 dat 25 december de geboorte van Jezus Christus gevierd zou worden met een speciale kerst mis. De oosterse roomse kerken (oost Orthodox) gaven hier geen gehoor aan en vieren tot op heden kerst op 6 december. De Roomse kerk kent deze datum tot op heden als Epiphany. (Epiphany is het feest van de verschijning van Jezus Christus. Er is verschil binnen de kerken over welk moment nu precies gevierd dient te worden. Sommigen zeggen dat het het moment van de doop van Jezus Christus is, omdat daar God hem openbaart door te zeggen dat het Zijn Zoon was (Matteüs 3:17). Anderen gaan uit van het moment dat Jezus Christus uit de woestijn komt om zijn bediening te beginnen (Lucas 3:23). Er zijn er ook die de bruiloft te Kana, het eerste openbare wonder (Johannes 2:11), als moment van openbaring van Zijn bediening zien.)
Deze voorbeelden geven aan dat het allemaal niet zo eenvoudig was om een vaste dag overeen te komen. Het duurde tot het einde van de 5e eeuw voor men uiteindelijk op een zelfde spoor kwamen. Men kwam overeen, behalve de oost orthodoxe kerken, dat 25 december kerstdag zou zijn en 6 januari Epiphany. Dat deze datum dus niet op een bijbelse of historische basis gekozen is, is door de jaren heen op de achtergrond geraakt.
Kerstboom en andere gewoontes
Kerstboom: Het hoeft geen uitleg dat de kerstboom wel het meest verweven is met kerst. Een kerst zonder kerstboom is volgens veel mensen geen echte kerst. Deze stelling betreft ook gelovige christenen die tegelijkertijd beweren dat kerst alleen maar om het kindje Jezus gaat.
Hoe kan het dan dat de viering van de geboorte van Jezus Christus zo verbonden is met de kerstboom? Heel eenvoudig, de kerstboom was er al voor dat Jezus geboren was…. Het gebruik van een kerstboom met pakjes, was al meer dan 1000 jaar voor Christus in gebruik bij de heidense godsdiensten. Al ver voor de geboorte van Jezus Christus hakte men in het bos rond 25 december een dennenboom, sloeg er een kruis onder zodat hij bleef staan en versierde de boom. Bomen worden in vrijwel alle culturen op de een of andere manier vereerd. Op oude afbeeldingen uit Babylon zien we Nimrod altijd met een groenblijvende tak in zijn hand. Na zijn dood vertelde Semirames dat Nimrods geest zolang zijn toevlucht had genomen in bomen, zodat hij niet hoefde te sterven. Semirames leerde de mensen als eerste om groenblijvende bomen te eren als symbool van haar man Nimrod de Zonnegod.
Zo zouden er talloze voorbeelden te geven zijn. Eigenlijk is het wel algemeen bekend. We hoeven alleen maar te denken aan de bosnimfen uit sprookjes of de kabouters die in paddestoelen en bomen wonen. De meeste mensen zullen het gebruik kennen om geluk 'af te kloppen' op hout. Hout aanraken of op hout kloppen is al eeuwen een occult gebruik om geluk te onttrekken aan bomen of boomgeesten. Een goed voorbeeld is ook Odin aan wie men offerde door dode dieren en soms mensen in een boom te hangen. We kennen Druïden die aan bomenverering een groot deel van hun kracht ontlenen. Al was het maar uit de stripverhalen van Astrix en Obelix en de Druïde die regelmatig een maretak nodig heeft om zijn toverkunsten te kunnen uitvoeren.
Als we nu denken dat het vereren van bomen allemaal in verre heidense landen gebeurde, hebben we het behoorlijk mis. Het vereren van bomen was in geheel Europa heel goed doorgedrongen. Een boom uit een 'heilig bos' halen en in het midden van een dorp plaatsen tijdens bijzondere feestdagen is een heel oud heidens gebruik. Natuurlijk zullen de Denekampers dit niet met verkeerde bedoelingen doen en voeren ze 'alleen maar' een oude traditie uit. Toch zien we hier duidelijk een overgebleven traditie die vooraf ging aan, het uit het bos halen van een dennenboom om die later in ons huis te zetten. Het is moeilijk om precies na te gaan wanneer de kerstboom 'zoals wij hem kennen' in de huizen is terechtgekomen. Volgens het Druïde gebruik (dat wijd verbreid was in Duitsland Nederland en Engeland) zou het namelijk alleen op dorpspleinen moeten staan. Het heeft tot de 17e eeuw geduurd voor de dennenboom algemeen geaccepteerd werd als kerst-ritueel. Men begon in Duitsland met het binnenshuis plaatsen van dennenbomen. Dit werd voornamelijk gedaan door zeer rijke mensen. Al snel volgde de Engelse adel en later ook de gewone burgers. Het Vaticaan waarschuwde in de 19e eeuw tegen 'de invoering van het heidense gebruik van de kerstboom' in Italië.
Kerstballen: Een van de dingen die we tegenwoordig in de kerstboom hangen zijn mooie glimmende kerstballen. 'Blinkende voorwerpen bezitten vanouds in het volksgeloof een onheil afwerende kracht. Oude gegevens hierover werden beschreven door Jacob van Maerlant in 'Der Naturen Bloemen: het werk verscheen voor het eerst in de jaren 1266-1269. De steen Adamas (- diamant; gekristalliseerde koolstof) 'es nutte te toeverien' over de steen Gagat (een zwarte sterk blinkende Steen) schrijft hij: jeghen toeverie es hi goet'. De traditie dat blinkende voorwerpen zoals kristallen of glazen spiegels heksen kunnen afweren is dus al oud. Heksen zijn bang voor hun eigen spiegelbeeld en dat geldt zeker, wanneer dat beeld nog extra verwrongen wordt door een bolronde bal van zilverglas, die een 'heksenbal' genoemd wordt.' (Onze volkskunst door: dr. T. de Haan) Er zij twee soorten (kerst)ballen. De ene soort is van transparant glas en er is een soort dat gemaakt is van glas maar voorzien van een reflecterende laag in verschillende kleuren. Ook deze ballen bestaan al lang, vooral de transparante soort deze dateert van meer dan 300 jaar geleden. Toen waren deze ballen bekend onder de naam: 'heksenbal'. 'Heksen ballen waren erg populair in de 18e eeuw in Engeland, maar hun eigenlijke oorsprong is veel ouder. Al meer dan 300 jaar worden glazen ballen voor de ramen gehangen om vervloekingen, boze geesten en ongeluk af te weren. Het doel van het ophangen van deze ballen is een, voorbijgaande boze geest die een mogelijk gevaar vormt voor de harmonie in huis, af te leiden. De geest raakt dan gehypnotiseerd door de schittering van de bal. Als de geest de bal aanraakt wordt hij geabsorbeerd en raakt gevangen in de bal.'
Het lijkt misschien vreemd om te lezen dat een geest gevangen zou kunnen raken in glas, maar ook in veel oude sprookjes komen geesten in lampen en flessen voor. Door al deze kerstgewoontes te bespreken, zal inmiddels wel duidelijk zijn dat de meeste van onze 'kerstattributen' te maken hebben met het afwenden van onheil en het aantrekken van voorspoed en geluk. Dat is inderdaad de reden waarom Jezus Christus geboren is. Doordat Jezus Christus naar de aarde kwam wendde Hij ons onheil dat door Adam in de wereld was gekomen af en bracht ons 'leven en overvloed' (Joh 10:10) Misschien verklaart dat waarom veel heidenen die tot geloof kwamen juist deze rituelen hebben meegenomen in de christelijke feestdagen. |
|
|
|
|
|
|
|
|